Ik zit hier nu weer op mijn Mercator te schrijfselen.
Ik zat hier eerst te wachten op dat Brabants trekpaard, Jean-Luc Dehaene, maar die zegt op zijn blog dat hij eerst nog koteletten moet braden, of zo iets. Nu, elk diertje zijn pleziertje. Tsjevenstreken, dat is 't.
De wind waait door mijn wijze en grijze haren, maar anders valt het nog mee. Ik begrijp die mannen niet die zagen over klimaatverandering, voor mij mag het best nog een beetje warmer.
Ik had Jean-Luc gevraagd om dat snotjong, den Yves, ook mee te sleuren naar hier. Voor de gelegenheid hadden Ulla en ik onze judomatten hier op het dek klaargelegd. 't Is hoog nodig dat den Yves een paar kneepjes aanleert, want tot nu toe is 't maar sukkelen. 't Zijn niet alleen die twee Walen, Diedjee en dat mens Willeket, maar zelfs kleine gasten met een micro kan Yves niet de baas. En dat wil eerste minister worden.
Ik had ook Jean-Luc willen aanraden mijn gsm nummer aan de droogstoppel te geven. De verkenner zit daar ergens in een kasteel vies te kijken naar Diedjee en Willeket, maar anders is er nog niet veel uitgekomen. In plaats van om de drie voeten in Laken binnen te lopen als een zatlap op zoek naar nog een pint, zou Rompuy - de visgraat, niet de vette - liever mijn eldeedee uitnodigen.
Nu, na het weekend zal er wel weer van alles gebeuren dat mijn aandacht nodig heeft. Verstrepen zegt dat als ik te lang wegblijf van mijn blog, jullie gaan denken dat ik dat onnozel wicht Freya aan het stalken ben.
Oef, mijn laptop even aan de kant smijten, en nu een paar judotsjopkes praktizeren. Droom ik of is dat Vandelanotte zijn gore tronie met een verrekijker op het dak van het stadhuis?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten