Ik heb moeten wachten tot na het weekend om te kunnen schrijven wie dat was op mijn gsm. Vertrouwelijke informatie, zei hij. Wie was het, dacht ge? De grote verkenner, de Bleiter om te klagen over wat ik over hem en zijn participatiecheques schreef, of mijn maat uit de Brabantse moerassen? Of Verstrepen om te vragen of ie fotootjes van zichzelf mocht uitdelen aan de Mercator?
Neen, den Yves! Jawel, onze kandidaat-premier van eergisteren. Enfin, ik mag hem geen namen meer noemen, nu hij zo vriendelijk en zo braaf geweest is. Waarom belde hij? Om te verklappen wat iedereen nu al lang weet. Dat Rompuy, de magere droogstoppel, niet die ronde wulpse krullenbol, aan het einde van zijn Latijn is.
Moest den Yves niet lachen! Eerder had iedereen - mij incluis - een goede avond gebulderd over hoe den Yves een sukkelaar was die alles mis deed. Herinnert ge nog de Marseillaise? Wel, Yves is doodcontent nu, die vieze professor die hem de les spelde is nu zelf ook met zijn schuit op de klippen gelopen.
En weet ge wat den Yves nu van plan is? Ge zult het nooit raden zeker? Hij zegt dat Albert de Laatste hem nu wel zal uitnodigen om verder te doen. En wie zal Yves nu mee uitnodigen om aan tafel te zitten? Jawel, ik, Deckertje! Nu snel mijn judomat oprollen en ik ben weg naar Brussel. Het begint hier toch koud te worden op de Mercator.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten