vrijdag 1 mei 2009

Mijn Geld



Geld. Ze zitten erachter en ze willen het van me afpakken.

Terwijl ze aan de voordeur staan te schreeuwen dat ik zo'n slechterik ben die een schamele detective in zijn pardessus en hoed achter hen aan stuur, trekken ze langs de achterdeur een van mijn maten naar binnen.

Dirk, ik dacht dat je een van mijn maten was. Nu heb je getoond wat je echt wilt. Een postje bij de Open VLD. En dat voor een arbeider. Je loopt weg, en met mij heb je de brandkast van mijnen eldeedee meegesleurd. Dat is alles wat die pluche meneren wouden. Hop, vandaag, Dag van den Arbeid, negen mensen op straat, geen fractie meer in de Kamer.

Schande, Dirk.

Je hebt mij veel meer schade berokkent dan die hele detective affaire. Want de mensen rieken dat er een luchtje aanhangt, aan dat gerechtshof in Veurne. En 't is geen luchtje van de zwijnekoten in den omtrek. In plaats van mee te huilen met de wolven in het bos, ziet de nuchtere Vlaming met zijn gezond verstand dat er vuile truken gebeurd zijn.

Ik ben dus ook niet bang van degenen die zeggen dat mijn boel hier in mekaar stort en ze allemaal van mij weglopen. Geen sprake van. In Vlaams Brabant is er nog een schepen naar mijnen eldeedee overgelopen. En 't zal niet de laatsten zijn. Laat Dirk en zijn nieuwe companen maar leuteren en kleuteren. Straks sla ik ze allemaal tegen de mat. Met de steun van de kiezers. Op lijst 12.

Geen opmerkingen: